De Temi IV van Dijkhuizen en de Fighter van URS om het hardst naar een job, begin jaren '80. Foto: Collectie Nationaal Sleepvaart Museum.
Zie ook:
- Slepen op de Schelde (II), tentoonstellingswijzer door Nico J. Ouwehand (89kb in PDF)
In de afgelopen twee decennia is er dermate veel gebeurd met de sleepvaart in de Westerschelde dat het maken van een update alleszins gerechtvaardigd is. Immers, er was jaren geleden een hevige concurrentie in het Zeeuwse. Verbaal in niet mis te verstane bewoordingen en een enkele keer zelfs met de vuist werden meningsverschillen beslecht. Die tijd is gelukkig voorbij en in overdrachtelijke zin is de regio wat betreft de sleepvaart in rustiger vaarwater terecht gekomen.
Nauwe banden
Niet alleen Nederlandse bedrijven proberen een boterham te verdienen in de altijd drukke en grillige zeearm. Met name de Belgen manifesteren zich daar nadrukkelijk, vooral omdat het de vaarweg naar Antwerpen en Gent betreft. Het plezierige is dat er nauwe banden bestaan tussen de Belgische Unie van Redding- en Sleepdienst en de Nederlandse scheepvaartwereld.
De President Hubert, een Belgische krachtpatser. Foto: Collectie Nationaal Sleepvaart Museum.
Het bedrijf is voor 50% eigendom van Smit te Rotterdam en heeft bovendien een fors aantal landgenoten in dienst. Dat kan ook haast niet anders, omdat men veel vanuit Vlissingen en Terneuzen opereert. De uitnodiging van het nationale museum aan de Belgische kapitein De Block, een der directeuren van de URS, om de expositie te openen is daarom helemaal niet zo vreemd als op het eerste gezicht zou kunnen lijken.
Union boten bij de sluizen van Antwerpen. Foto: Collectie Nationaal Sleepvaart Museum.
In de tentoonstelling wordt ook aan de vroegere geschiedenis van de sleepvaart op de Schelde niet voorbij gegaan. De geschiedenis van de sleepvaartbedrijven URS, Willem Muller (Terneuzen), Polderman (Hansweert), Van den Akker, Dijkhuizen (beide Vlissingen), de SHV, de Nieuwe Vlissingse Sleepdienst en Van Aerde wordt belicht. De nadruk ligt echter op de laatste twintig jaar.
De Flottbeck gestrand bij Zoutelande in 2000. Foto: Collectie Nationaal Sleepvaart Museum.
Willem Muller werd in de tachtiger jaren verkocht aan Wijsmuller en jaren later aan de URS. De karakteristieke witte "M" in de schoorstenen van de sleepboten van Muller verdween daarna volledig.
De Multra Salvor tussen de pieren van IJmuiden. Foto: Collectie Nationaal Sleepvaart Museum.
Een nieuw bedrijf werd door de familie Muller in recordtijd uit de grond gestampt. Multraship Towage and Salvage is in 20 jaar wat betreft vlootomvang die van Willem Muller ruimschoots voorbij geschoten. Met veel modern materiaal is het bedrijf in het Zeeuws Vlaamse en op zee niet meer weg te denken. In Bulgarije werd een plaatselijke onderneming overgenomen en elders in het voormalige Oostblok werd voortvarend wrakopruiming ter hand genomen. Niet voor niets werden zowel Kees Muller als zijn echtgenote verkozen tot havenman en -vrouw van het jaar.
Calamiteiten als met de Pelican I, de Aya II, de Pioner Onegi en recentelijk de Fowairet komen in de tentoonstelling in fotografisch opzicht natuurlijk aan de orde. Fraaie scheepsmodellen van o.m. de URS en Multraship, nog niet eerder getoond, zijn in Maassluis te bewonderen
De Unie van Redding- en Sleepdienst heeft in rap tempo een vlootvernieuwing gerealiseerd, die nog niet helemaal is voltooid. Niet minder dan acht slepers zijn momenteel in bestelling. Daarnaast timmert men internationaal aan de (vaar)weg met reuzen onder de slepers als de President Hubert en de Union Manta.
De vrijwel complete geschiedenis van de sleepvaart op de Schelde wordt ter begeleiding van de expositie in een geïllustreerd boekwerkje van 24 pagina's uit de doeken gedaan. Deze tentoonstellingswijzer is voor elke bezoeker tegen geringe vergoeding verkrijgbaar.
De expositie duurt tot en met 14 oktober a.s. U bent van harte welkom! Het museum aan de Hoogstraat 1-3 is alle dagen geopend van 14.00 tot 17.00 uur, behalve op maandag, 1e Paas- en Pinksterdag.