Zie ook:
De 30 miljoen euro komt bovenop de 60 miljoen die de provincie Noord-Brabant en regionale overheden bijdragen aan de renovatie. Het opknappen van de drie sluizen in de Zuid-Willemsvaart is een onderdeel van het pakket maatregelen om het Brabantse kanalenstelsel te verbeteren. Hieronder vallen verder het omleggen van de Zuid-Willemsvaart bij ’s Hertogenbosch en het verbeteren van het Wilhelminakanaal in Tilburg en het Burgemeester Delenkanaal in Oss. Het nu beschikbaar gestelde geld komt uit een meevaller van 117 miljoen euro bij de Betuweroute.
Tracéwet-procedure
Voor het kanaalvak van de Zuid-Willemsvaart tussen de Maas en Den Dungen loopt nog een tracéwet-procedure. Minister Peijs liet, mede namens de minister van VROM, de Tweede Kamer op 9 november per brief weten dat zij dit jaar geen standpunt meer in zou nemen over de omlegging bij Den Bosch en andere verbeteringen aan het kanaal tussen de Maas en Den Dungen. Dat lukt pas in het voorjaar van 2005.
Ten behoeve van de inspraak heeft de aanvullende trajectnota/MER Zuid-Willemsvaart van 18 mei 2004 tot en met 12 juli 2004 ter inzage gelegen. Aan de betrokken bestuursorganen is de mogelijkheid gegeven om tot en met 6 september 2004 advies uit te brengen over de aanvullende trajectnota. Op basis van artikel 9 van de Tracéwet diende het standpunt van de Rijksoverheid op 1 november 2004 te worden bepaald. 'Een zorgvuldige afweging van de inspraakreacties en adviezen die naar aanleiding van de trajectnota zijn binnengekomen vraagt meer tijd', schrijft Peijs.
Miljoenentoezegging
De provincie Noord-Brabant en een aantal gemeenten hebben het Rijk een bijdrage aangeboden van in totaal 67,2 miljoen euro voor investeringen in de Brabantse vaarwegen. Ze willen dat tot 2015 in Wilhelminakanaal en Zuid-Willemsvaart 415 miljoen euro wordt geïnvesteerd. Daarvan heeft het rijk 312 miljoen euro toegezegd. De resterende 36 miljoen euro die nodig zijn, zou het rijk ook moeten bijpassen, vindt Brabant.
De miljoenentoezegging staat in de provinciale ‘Visie Brabantse Vaarwegen 2050’ die 16 juli 2004 is aangeboden aan minister Peijs van Verkeer en Waterstaat. Uitgangspunt daarvan is dat de belangrijkste economische centra in Brabant tegen het midden van deze eeuw door klasse IV-vaarwegen moeten zijn ontsloten. In de jaren tot 2015 zouden in elk geval de sluizen 4, 5 en 6 in de Zuid-Willemsvaart tot die vaarklasse moeten worden opgewaardeerd. Verder moet de Zuid-Willemsvaart bij Den Bosch worden omgeleid en moet het Wilhelminakanaal tot en met sluis 3 worden verbeterd.
Centraal Planbureau
Eind september maakte een analyse van het Centraal Planbureau en het ministerie van Financiën de geplande omleiding van de Zuid-Willemsvaart om Den Bosch en de bouw van drie nieuwe sluizen in het kanaalgedeelte tussen Veghel en Beek en Donk hoogst onzeker. De verbetering van het Wilhelminakanaal in Tilburg lijkt helemaal kansloos in Den Haag. Het blijkt voor de rijksoverheid financieel nauwelijks interessant om geld te steken in deze beperkt bevaren en daardoor economisch onrendabele vaarwegen. Financiën had deze conclusie ook al getrokken in 1997, toen het kabinet-Kok desondanks besloot tot aanleg van de omleiding Den Bosch.
Laatste reddingskans
Volgens gedeputeerde E. Janse de Jonge is er nog een allerlaatste kans om de Zuid-Willemsvaart als volwaardige vaarroute voor grotere schepen van de ondergang te redden, zei hij eind september in het Brabants Dagblad. ,,Dan moeten gemeenten en bedrijfsleven in Zuid-Oost Brabant zich uiterlijk 1 maart 2005 garant stellen voor de 21 miljoen euro die nog ontbreken voor het sluizenproject. Alleen onder deze voorwaarde is minister Peijs bereid om de 262 miljoen euro voor de omleiding Den Bosch overeind te houden en nog 30 miljoen in de sluizen te steken."
Om deze kritieke situatie het hoofd te bieden, wil Janse de Jonge de komende maanden samen met wethouder J. Kerkhof uit Veghel, dat als enige geld heeft toegezegd, proberen euro's los op te halen bij gemeenten, regiobestuur en bedrijven die belang hebben bij de Zuid-Willemsvaart. Volgens een recente studie zit in Zuid-Oost-Brabant een 'enorme potentie' aan lading die geschikt is voor vervoer via dit kanaal en de Maas naar Rotterdam en Duitsland. Slaagt deze missie niet, dan is het volgens Janse de Jonge 'over en uit met de Zuid-Willemsvaart'.