De verladersorganisatie EVO billijkt de
uitspraak van de NMa, maar vindt het onbegrijpelijk dat de overheid uitspraken doet over het doorberekenen van extra kosten: 'Het is aan de markt om afspraken te maken over prijsveranderingen, niet aan het rijk.' Transport en Logistiek Nederland (TLN), één van de drie organisaties die het met de NMa aan de stok kregen, vindt dat de Mededingingswet moet worden aangepast.
VAART!, uitgever van
VAART!Vrachtindicator, roept de brancheorganisaties in de binnenvaart op tot het ontwikkelen van een binnenvaartbrede gasolieclausule. 'De NMa-uitspraak biedt die opening', meent Dirk van der Meulen van VAART!Info. 'Teveel wordt de sterk gestegen gasolieprijs als onderhandelbaar gezien, terwijl het gewoon kosten zijn die moeten worden doorberekend aan de opdrachtgever.'
In februari betaalden binnenvaartondernemers volgens meldingen aan VAART!Vrachtindicator gemiddeld € 285,30 voor een kub gasolie, op 31 maart was de gemiddelde prijs gestegen naar € 324,80, oftewel 63,6% boven het niveau van 1 januari 2004. Gasolietoeslagen zijn niet standaard in de binnenvaart, maar de wens is sterk aanwezig zo bleek vorig jaar september in een
VAART!Peiling onder 261 binnenvaarders. Toen sprak 77% zich uit vóór een standaard gasolieclausule. In België bestaat die al wel.
Prijsadviezen In 2003 maakte de NMa na onderzoek rapport op tegen Transport en Logistiek Nederland (TLN), de Alliantie Zeecontainervervoerders (AZ) en de Vereniging van Zeecontainervervoerders (VZV) wegens een vermoeden van het geven van prijsadviezen aan de leden. De vermeende prijsadviezen hadden betrekking op het doorberekenen van algemene jaarlijkse kostenontwikkelingen, de fluctuaties in de brandstofprijs en de kosten van de voorgenomen Duitse tolheffing. Prijsadviezen door brancheverenigingen zijn verboden omdat ze worden gezien als een vorm van prijsafspraken tussen de leden waardoor de onderlinge concurrentie wordt beperkt.
Overtreding De brancheverenigingen zijn in overtreding met hun advies aan de leden om fluctuaties in de brandstofprijs en de Duitse tolheffing door te berekenen aan hun klanten. De NMa beboet deze overtreding niet omdat de Nederlandse overheid zich herhaaldelijk en duidelijk heeft uitgesproken over de wenselijkheid om de gestegen brandstofprijs en tolheffingen volledig door te berekenen. De realisatie van deze doorberekeningen heeft de overheid overgelaten aan het bedrijfsleven. De betrokken verenigingen hebben vervolgens hun leden in alle openheid geadviseerd en hiervoor modelclausules en tabellen aan hun leden beschikbaar gesteld.
Nadat bleek dat de NMa hiertegen bedenkingen had, hebben de verenigingen deze advisering onmiddellijk beëindigd. In verband met de specifieke omstandigheden in deze zaak ziet de NMa af van het opleggen van boetes voor deze overtredingen.
Legitieme taak De NMa concludeert dat er geen sprake is van een overtreding van de mededingingsregels voor het verstrekken van jaarlijkse informatie over kostenontwikkelingen. Het geven van dergelijke informatie aan de leden is een legitieme taak van een branchevereniging, aldus de NMa. Wel moeten brancheverenigingen hun leden erop wijzen dat zij hun commerciële gedrag, waaronder hun prijzen, onafhankelijk van elkaar bepalen en daarbij hun individuele kostenstructuur als uitgangspunt nemen. De verstrekte informatie betrof objectieve en algemeen toegankelijke gegevens die geen eigen interpretaties van de brancheverenigingen bevatten. Daarom merkt de NMa deze informatie niet aan als een verboden prijsadvies dat de concurrentie beperkt.
Te veel concurrentie Algemeen voorzitter Mich van der Harst van TLN zegt in het
Rotterdams Dagblad: ,,De conclusie kan niet anders zijn dan dat de overheid volstrekt tegengestelde beleidsopvattingen hanteert. Voor het bedrijfsleven is het onmogelijk om daarmee om te gaan. Het is de taak van de NMa om te waken voor situaties met te weinig concurrentie. Het is wonderlijk dat de Mededingingswet kennelijk geen uitzonderingen kent voor marktsituaties met te veel concurrentie, waarin overheid en bedrijfsleven samen trachten de sectorstructuur te versterken.''
TLN betreurt het feit dat het onderzoek twee jaar heeft geduurd en dat de sector vooral bij aanvang van het onderzoek onnodige imagoschade heeft geleden.
Onbegrijpelijk van overheid De verladersorganisatie EVO is boos, niet op de NMa, maar op de overheid die vervoerders adviseert extra kosten door te berekenen. 'De NMa erkent dat brancheorganisaties in de transportsector geen prijsadviezen behoren te geven. Terecht', zegt EVO-woordvoerder Mark Jansen in een reactie. 'Pas echt onbegrijpelijk is het dat de overheid uitspraken doet over het doorberekenen van extra kosten. Het is aan de markt om afspraken te maken over prijsveranderingen, niet aan het rijk.'
'Het blindelings doorbelasten van kosten zorgt er bovendien voor dat transportbedrijven en verladers niet samen op zoek gaan naar mogelijkheden om efficienter te vervoeren', stelt de EVO. 'Terwijl juist dat goed is voor de Nederlandse economie, en voor het milieu. Ook om die reden is het onbegrijpelijk dat de overheid zich in de discussie tussen marktpartijen mengt.'