Home»Actueel & Opinie»Artikel

« Vorige artikelVolgende artikel »

Rechter wijst eisen CNV/FNV af in geding tegen CBRB

16-07-2007

ROTTERDAM 16/7 - De voorzieningenrechter in Rotterdam heeft vrijdag 13 juli alle vorderingen in kort geding van CNV en FNV tegen CBRB afgewezen en de beide bonden veroordeeld tot de kosten van het geding. Het CBRB wil de onderhandelingen over een nieuwe CAO nu zo spoedig mogelijk starten.

Zie ook:

CNV Rijn-en binnenvaart gaat nu eerst terug naar de leden om zich te beraden over de ontstane situatie. Vooruitlopend op de ledenraadpleging wil bestuurder Robbim Heins nog wel kwijt, dat als de onderhandelingspartijen weer aan tafel komen CNV Rijn-en binnenvaart van het CBRB wil weten welke maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen. 'Het na maanden onderhandelen wederom met lege handen staan is voor geen enkele partij wenselijk.'

Voorbehoud
Inzet van het geding was het feit dat het CBRB-bestuur de eerdere handtekening onder het principeakkoord voor de cao-verlenging in 2007 'uitgumde'. De vakbonden CNV en FNV wilden de rechter laten uitspreken dat onderhandelingspartners zich aan afspraken - én handtekeningen - dienen te houden, maar de rechter ziet dat anders.

Het - op 31 januari gesloten en op 24 april door de onderhandelingsdelegaties van partijen ondertekende - principeakkoord is aangegaan ‘onder het voorbehoud van goedkeuring door de achterban’. De rechter heeft vastgesteld dat dit voorbehoud niet alleen voor de werknemersorganisaties, maar ook voor de werkgeversorganisaties gold. Het CBRB mocht zich dan ook op het gemaakte voorbehoud beroepen.

Bestuurder Robbim Heins van CNV Rijn-en bnnenvaart betreurt de uitspraak van de rechter. 'De sector heeft dringend behoefte aan vangnetten qua arbeidsvoorwaarden. Het hebben van duidelijke arbeidsvoorwaarden schetst ook voor nieuwkomers het duidelijke beeld van een bedrijfstak waar je onder gunstige voorwaarden kunt werken. Het ontbreken van vangnetten is weinig aanlokkelijk. En dat er grote behoefte is aan instroom van jonge mensen staat buiten kijf.'

Verenigingsstructuur
Volgens Heins heeft de procedure pijnlijk duidelijk gemaakt, dat de verenigingsstructuur van het CBRB dringend aanpassing behoeft. Vertegenwoordigers van ledengroepen bepalen binnen het bestuur van het CBRB het beleid, waarbij de meerderheid de minderheid volgt. In het geval van de cao-kwestie heeft de meerderheid het standpunt van de varende ondernemers gevolgd, vindt de CNV'er. Heins: 'De bedrijftstak wordt gegijzeld door een kleine groep werkgevers.'

De uitspraak van de rechter bevestigt Heins' zienswijze niet, legt het CBRB uit in een verklaring:

Het CBRB is een branche-brede organisatie die is opgebouwd uit ledengroepen; alle relevante ledengroepen zijn vertegenwoordigd in het bestuur en in de Sociale Commissie, die bij CAO-onderhandelingen een belangrijke rol speelt. Het besluit tot afwijzing van het principeakkoord is door het CBRB-bestuur unaniem genomen in overleg met de vertegenwoordigers van de ledengroepen en op (eveneens unaniem) advies van de Sociale Commissie. Sinds de vorming van de interne ‘groepenstructuur’ in 1990 is dit een binnen de organisatie gebruikelijke procedure. Essentieel is daarbij dat bezwaren van een ledengroep door de andere ledengroepen worden gerespecteerd. In dit geval hebben twee ledengroepen zich tegen goedkeuring van het principeakkoord uitgesproken. Tijdens de laatste bijeenkomst van partijen heeft de onderhandelingsdelegatie nog met de vertegenwoordigers van deze ledengroepen overlegd.

De rechter heeft geconstateerd dat het CBRB op dit punt geen enkele verplichting heeft geschonden. Daarbij is begrip getoond voor de redenen waarom het CBRB het principeakkoord heeft afgewezen en meegewogen dat het CBRB de leden adviseert de loonafspraak uit het principeakkoord toch te honoreren.

'Maatschappelijk onwenselijk'
De rechter noemt het resultaat van de besluitvorming binnen het CBRB ‘maatschappelijk onwenselijk’ omdat daarmee bezwaren van een ‘minderheid’ zouden worden gerespecteerd. In de verklaring zegt het CBRB:

Daarbij wordt evenwel miskend dat twee ledengroepen (niet slechts twee leden) bezwaren hadden. Feitelijk vormen deze groepen, met name wegens het grote aantal leden van de Groep Varende Ondernemers, en het relatief grote aantal werknemers bij de havensleepdiensten, juist een meerderheid.

Op de keper beschouwd is dit oordeel van de rechter daarom slechts begrijpelijk als het geacht wordt betrekking te hebben op de mogelijkheid dat een minderheidsstandpunt doorslaggevend kan zijn. Die mogelijkheid bestaat bij de gebruikelijke procedure inderdaad, maar in de praktijk voorkomt zorgvuldige besluitvorming in het bestuur dat zij tot maatschappelijk onwenselijke resultaten leidt. Zoals gezegd is daarvan ook in dit geval naar de mening van het CBRB feitelijk geen sprake. Derhalve ziet het CBRB momenteel geen aanleiding om niet vast te houden aan deze besluitvormingsprocedure, waarbij niet de absolute aantallen leden, maar de – in het bestuur ingenomen – standpunten van de ledengroepen doorslaggevend zijn.

De voorgeschiedenis

CBRB: te laat
Het CBRB bevestigde eerder dat het principe-akkoord op 31 januari 2007 door de vertegenwoordigers van CAO-partijen is overeengekomen. 'Het hield in dat partijen overleg zullen voeren over een nieuwe, gemoderniseerde en beter begrijpelijke en toepasbare bedrijfstak-CAO en dat, bij wijze van overgangsregeling, de contractperiode van de oude - op 31 december 2005 geëxpireerde - CAO zou worden verlengd tot 1 oktober 2007. Vervolgens heeft het bijna drie maanden geduurd voordat de vertegenwoordigers van partijen het eens waren over de tekst die aan de 'achterbannen' zou worden voorgelegd.'

De ledengroep Varende Ondernemers sprak vrijdag 22 juni in Dordrecht waardering uit over de standvastigheid in de gekozen koers en bevestigde unaniem achter het besluit te staan van het bestuur van het CBRB, inzake afwijzing van het principeakkoord CAO. Tevens benadrukte de vergadering de wens en noodzaak om tot een nieuwe werkbare CAO te komen.

Het is nu volgens het CBRB inmiddels te laat om de beoogde CAO-bepalingen nog verbindend te laten verklaren. Bovendien bestaat er een verschil van mening over de looptijd van de zgn. 'pakketvergelijking'. Voor het CBRB was de datum van 1 oktober 2007 een harde voorwaarde in de onderhandelingen. Nu die niet meer haalbaar is richt de werkgeversorganisatie in de binnenvaart zich alleen nog op een nieuwe bedrijfstak-CAO.

CNV: Akkoord is akkoord
Bestuurder Robbim Heins van CNV Rijn- en binnenvaart kwam tot het aanspannen van een kort geding na intern juridisch beraad. 'Het is natuurlijk van de zotte dat we een handtekening hebben onder een in januari gesloten akkoord over verlenging van de huidige cao. Dit als prelude voor de onderhandelingen over een nieuwe, gemoderniseerde cao. En alleen omdat het CBRB-bestuur - waarin reders en eigen schippers zijn vertegenwoordigd - het onderling niet eens kan worden, wordt een akkoord ingetrokken. Terwijl alle andere betrokken partijen het eens zijn.'

'Een akkoord is een akkoord. Je kunt jezelf niet terugsturen naar de onderhandelingstafel. Dan zul je toch eerst je achterban daadwerkelijk moeten raadplegen. En dat is niet gebeurd. Bovendien, als je handtekening er stáát wordt je als partij geacht je ook aan je afspraak te houden. En we vragen aan de rechter om dat juridisch nog eens te bevestigen.'

Loonafspraak naleven
Werkgeversorganisatie CBRB wijst het principeakkoord van 31 januari af, maar adviseert werkgevers intussen dringend de daarin vastgelegde loonafspraak - 2,25% stijging per 1 april 2007 - toch na te leven. Opnieuw onderhandelen over een overgangsregeling met een langere looptijd acht het CBRB ongewenst (de einddatum 1 oktober 2007 was voor het CBRB een harde voorwaarde). 'Er moet nu eindelijk een streep worden gezet onder de 'oude' CAO en prioriteit worden gegeven aan overleg over een nieuwe die beantwoordt aan de huidige behoeften van werkgevers en werknemers in de bedrijfstak.'

Rekening houden
CNV Rijn- en binnenvaart laakt de afwijzing van een overgangsregeling voor verlenging van de Rijn- en binnenvaart-cao door werkgeversclub CBRB. De werknemersorganisatie vindt daarin Kantoor Binnenvaart, de koepel van de particuliere binnenvaartorganisaties CBOB, ONS en RKSB, en de sleepbooteigenaren van Rijn en IJssel aan haar zij. 'Net als in andere bedrijfstakken moeten alle werkgeversorganisaties in de binnenvaart er rekening mee houden dat er ook werknemersorganisaties zijn', aldus Kantoor Binnenvaart in een bericht aan de leden.

Het bestuur van het Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart (CBRB) negeerde bij de CAO-onderhandelingen op 5 juni de handtekening onder het eerder bereikte principeakkoord (van 31 januari) over een verlenging van de huidige cao tot 1 oktober. Die handtekening had de daartoe bevoegde onderhandelingsdelegatie van het CBRB eind april geplaatst. 'Daardoor is de loonsverhoging met 2,25 procent per 1 april ineens ongewis. En ook afspraken over de gemiddelde werkweek van maximaal 48 uur zijn daardoor niet geborgd', aldus CNV Rijn- en Binnenvaart in een persverklaring van 5 juni.

Twee dagen na die persverklaring komt het CBRB met de toezegging de loonafspraak uit het principeakkoord alsnog na te komen. 'Aldus wil het CBRB ook voorkomen dat er bij voorbaat een 'hypotheek' komt te liggen op het noodzakelijke overleg over de modernisering van de CAO. Werkgevers in de bedrijfstak worden dan ook door het CBRB dringend geadviseerd de loonafspraak na te leven. Inmiddels zijn loontabellen waarin de loonafspraak is verwerkt met een korte toelichting op de website www.cbrb.nl geplaatst.'

Onderling niet eens
Volgens onderhandelaar Heins kunnen partijen binnen het CBRB - rederijen en eigen schippers - het onderling niet eens worden. 'De andere werkgeversvertegenwoordigingen, Rijn en IJssel en CBOB, waren al bereid hun handtekening te zetten voor verlenging van de huidige cao. En daarmee het pad te banen voor onderhandelingen over een nieuwe cao. Mét daarin de nodige modernisering van artikelen. Voor dat laatste ontbreekt nu ook bij mij geheel het vertrouwen.'

Samen met Rijn en IJssel heeft Kantoor Binnenvaart tijdens de CAO-onderhandelingen van 5 juni gepleit voor verlenging van de huidige CAO tot 1 januari 2008 in plaats van 1 oktober 2007. Dit om de Algemeen Verbindend Verklaring voldoende tijd te geven. In een bericht aan de leden legt ook Kantoor Binnenvaart de oorzaak bij het intern verdeelde CBRB dat haar handtekening onder het principeakkoord van 31 januari negeerde en daarmee ook het voorstel van Kantoor Binnenvaart en Rijn en IJssel afwees. Daarmee is het akkoord over verlenging van de huidige CAO verbroken.

Kantoor Binnenvaart is van mening dat dit de sector niet ten goede komt. Het aantrekken van personeel wordt verder bemoeilijkt, er ontstaat een negatieve beloningssfeer en KB vreest onderlinge concurrentie binnen de sector over arbeidsvoorwaarden.

Het CBRB stelt dat het wellicht jammer is dat geen overeenstemming bereikt is over een formele overgangsregeling, waardoor een CAO-loze periode ontstaat, 'maar naleving van de loonafspraak voorkomt in elk geval dat werknemers daarvan de dupe worden. Het CBRB meent dan ook dat er nu genoeg over de overgangsregeling gesteggeld is en dat zo spoedig mogelijk moet worden aangevangen met het overleg over de nieuwe bedrijfstak-CAO.'

Redenen voor afwijzing
In het op 7 juni uitgegeven persbericht noemt het CBRB twee redenen voor afwijzing van een overgangs-CAO:
  1. Door het verstrijken van deze tijd is het niet meer mogelijk de beoogde CAO-bepalingen algemeen verbindend te laten verklaren, zodat zij niet alleen voor leden van de betrokken organisaties, maar ook voor ongeorganiseerde werkgevers in de bedrijfstak gelden. Binnen het CBRB heeft met name de Groep Varende Ondernemers zich hiervoor sterk gemaakt. Nu niet meer aan deze eis kan worden voldaan kan het CBRB het principe-akkoord niet meer accepteren.
  2. Een tweede reden om het principe-akkoord af te wijzen is de beperking van de zogenoemde pakketvergelijking. Pakketvergelijking houdt in dat op ondernemingsniveau afwijkende regelingen mogen worden overeengekomen op voorwaarde dat het arbeidsvoorwaardenpakket als geheel tenminste gelijkwaardig is aan dat van de CAO. Volgens het principe-akkoord zou dit alleen gelden voor regelingen die vóór 31 januari 2007 tot stand gekomen zijn. Het CBRB meent echter dat deze afspraak gedurende de gehele contractpeiode, derhalve tot 1 oktober 2007, dient te gelden.

Modernisering nodig
Twee weken voor het principeakkoord van 31 januari zag het er nog somber uit. Het overleg liep vast. De vakbondsdelegaties van FNV en CNV kwamen met verwijten richting CBRB, die geen verlenging wilde maar meteen een nieuwe CAO. De andere werkgeversorganisaties, CBOB/ONS en Rijn & IJssel, spraken zich juist uit vóór verlenging. De vakbonden dreigden met herinvoering van de arbeidsmarkttoets.

De partijen zijn het er allemaal over eens dat de huidige cao aan modernisering toe is. ‘Het is een cao van 25 jaar geleden’, zei onderhandelaar Lucy Lamers van FNV Bondgenoten in Weekblad Schuttevaer. ‘Sindsdien is veel veranderd. Maar een nieuwe cao hebben we niet binnen een jaar. Daarom willen wij de oude verlengen. Nóg een jaar zonder cao kan niet. Werkgevers kunnen nieuw personeel nu ver beneden het cao-loon laten werken. Dat werkt valse concurrentie in de hand. Ik snap dat het in de binnenvaart soms moeilijk is aan personeel te komen. Maar het minimumloon is slechts een door de overheid bepaalde bodem. De werknemers in de binnenvaart verdienen beter. Ze hebben vaak een opleiding van drie of vier jaar gevolgd, die moeten gewoon een fatsoenlijk cao-loon krijgen. Je ziet overal de lonen stijgen, de werknemers in de binnenvaart moeten het al een jaar stellen met alleen prijscompensatie. Dat zou dit jaar weer gebeuren.’

Joost van Egmond, toenmalig CNV-onderhandelaar in de Rijn- en binnenvaart, vond het vasthouden aan een CAO-loze periode: 'Onbegrijpelijk dom, want daarmee snijden ze juist zichzelf in de vingers. Zij zijn namelijk zelf wel gebonden aan de oude cao. Echter ongeorganiseerde werkgevers niet. Die hoeven de cao-lonen nu niet aan te passen aan inflatie en kunnen dus op arbeidsvoorwaarden de concurrentieslag aangaan.'

CBRB eensgezind
Directeur Ton Roos van het Centraal Bureau Rijn- en Binnenvaart ontkende destijds dat er sprake was van interne verdeeldheid. 'Wij hebben in een bijeenkomst van sociale partners aangegeven dat het CBRB eensgezind is om te komen tot een nieuwe, moderne en transparante raam-CAO. Dientengevolge zijn wij niet enthousiast is over een verlenging van de huidige CAO, omdat deze op een aantal terreinen verouderd en ondoorzichtig is', reageerde hij. Het CBRB-standpunt is volgens Roos gebaseerd op een genomen bestuursbesluit. 'Het bestuur van het CBRB kent vertegenwoordiging uit alle ledengroepen en is derhalve breed gedragen.'

Voor het CBRB is het volgens Roos 'van fundamenteel belang' dat er een CAO komt die algemeen verbindend kan worden verklaard. 'Daarvoor is een breed draagvlak noodzakelijk. Vandaag hebben de bonden aangegeven alleen te willen praten over een nieuwe CAO, onder voorwaarde dat de huidige CAO wordt verlengd. Roos: 'Kennelijk beogen zij met deze opstelling en de daaruit resulterende publiciteit het CBRB voor het blok te zetten. Het CBRB is natuurlijk bereid naar alle argumenten te luisteren, zal dit ook blijven doen, maar zal altijd optreden met een gezamenlijk standpunt. De insteek van de bonden om te komen tot een verlenging van de huidige CAO, zal daarin worden meegenomen.'

Overtuigende argumenten
KB-onderhandelaar Jan Veldman wilde zich medio januari geen waarde-oordeel aanmeten over het CBRB-standpunt. Maar een CAO-loos tijdperk vindt ook hij een slechte gedachte. Wachten tot een nieuwe CAO op alle punten is uitonderhandeld kan volgens hem niet. 'Dat gaat te lang duren. Er ligt allerlei wetgeving waar we vanuit de cao op moeten inhaken.'

Kantoor Binnenvaart is voorstander van een bedrijfstak-CAO, die door de overheid algemeen verbindend wordt verklaard voor zowel leden als niet-leden. 'Het kost me ook wel eens moeite onze leden het nut te laten inzien van een goede CAO, maar tot nu toe heb ik er altijd overtuigende argumenten voor weten te vinden.'

Kantoor Binnenvaart: CAO onderhandelingen

Momenteel woedt er een discussie in de binnenvaart over het nut van de CAO. Om de leden te informeren hebben we een notitie gemaakt, waarin de stand van zaken en de positie die de onderhandelaar van Kantoor Binnenvaart daarin gesteund door zijn klankbordgroep heeft ingenomen.

Notitie CAO Rijn- en binnenvaart

Een CAO-loos tijdperk is niet alleen slecht voor het imago en de geloofwaardigheid van de sector, het leidt ook tot oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden en nadelige gevolgen bij de uitvoering van een aantal regels en wetten zoals arbeidstijdenwet, het recht op deeltijdarbeid en een vereenvoudigde uitvoering van de RI&E, de Risico Inventarisatie en Evaluatie. Alle partijen, werkgevers en werknemers zijn het eens over een branche-RI&E, die nu nog aan een tijdelijk verlengde CAO zou kunnen worden toegevoegd. Daardoor hoeft er geen RI&E-toetsing door een Arbodienst plaats te vinden. Als dat niet tot stand komt, moet dat wel en hebben we er weer een jaarlijkse keuring bij. En zo zijn er nog wel een paar voorbeelden noemen.

Ons voorstel is de oude CAO te verlengen en algemeen verbindend te verklaren tot bijvoorbeeld eind van dit jaar en die tijd te gebruiken voor uitgebreid overleg over een nieuwe CAO. Tijdens die periode blijven de basisafspraken van kracht plus een aantal belangrijke zaken, zoals die branche-RI&E waarover we het inmiddels zondermeer eens zijn. Beter tijdelijk een wat verouderde CAO dan helemaal geen CAO! Het overleg over een nieuwe CAO Rijn- en Binnenvaart liep vorige week vast.

De werknemersbonden legden de Zwarte Piet bij het CBRB, dat later ontkende onderling verdeeld te zijn, maar het is ook ons opgevallen dat leden van het CBRB die bij het overleg aanwezig waren een ander standpunt innamen dan de onderhandelaars van het CBRB. Mensen van 'rederijen' binnen het CBRB gaven aan de oude CAO tijdelijk te willen verlengen en algemeen verbindend te verklaren en vervolgens te gaan onderhandelen over een nieuwe CAO. De groep varende ondernemers lijkt verlenging te weigeren.

Wie denkt op deze manier snel een nieuwe CAO af te dwingen misrekent zich. Het leidt alleen maar tot een negatief onderhandelingsklimaat. De ervaring heeft geleerd dat onderhandelingen dan heel lang, wellicht zelfs jaren kunnen duren, met alle negatieve gevolgen van dien.

Conceptvoorstel
Het conceptvoorstel van het CBRB voor de onderhandelingen over een nieuwe CAO is door de werkgeversorganisaties informeel besproken. Het wijkt inhoudelijk in feite nauwelijks af van de basisafspraken in de oude, maar heeft een andere benadering, die de vakbeweging niet ligt en veel onderhandeling zal vragen. Nadelig is ook nog dat de leden van de werkgeversorganisaties juridisch nog steeds gebonden blijven aan de oude CAO-afspraken, terwijl ongeorganiseerde binnenvaartondernemers dat niet zijn en zich dus niet aan allerlei minimumeisen hoeven te houden, terwijl de nawerkende voordelen van de oude CAO wel voor iedereen gelden. Voordelen zoals een langere proeftijd en beperken van doorbetaling bij ziekte tot vaste loonbestanddelen.

Zonder CAO komen we in een negatieve spiraal met wantoestanden rond personeel en veiligheid, wat zondermeer ook gevolgen zal hebben voor het aantal Nederlandse jongeren dat voor een vak in de binnenvaart kiest en kan worden opgeleid om later de bestaande schepen over te nemen. Ook de financiering voor het aantrekken en begeleiden van jongeren voor de beroepsopleidingen komt zo in gevaar. Er is nog wel wat reserve in het potje, maar we kunnen geen jaren zonder premieheffing.

Arbeidstijdenwet
Wat de Arbeidstijdenwet betreft, heeft het veel moeite gekost om de Europese Richtlijn dat werknemers gemiddeld over drie maanden maximaal 48 uur per week mogen werken in een voor de binnenvaartpraktijk hanteerbare regeling te krijgen. Wij mogen per CAO regelen dat dit over een heel jaar bekeken mag worden, dus inclusief de kerst- en zomerperiode, waardoor je meer tijd hebt om te middelen. Zonder CAO vervalt dat voordeel. Een dergelijk probleem doet zich ook voor bij het aanvragen van de tewerkstellingsvergunning voor bijvoorbeeld Oost-Europees personeel. Nu geldt er voor de binnenvaart geen arbeidsmarkttoets (meer), maar zonder CAO zegt het CWI: "een bedrijfstak zonder CAO heeft geen goede beloningsstructuur, wonder dat je geen personeel kunt krijgen. Toont u eerst, bijvoorbeeld door vijf weken te adverteren, maar eerst aan dat er echt geen gekwalificeerd personeel te krijgen is".

Een derde probleem is de nieuwe wet aanpassing arbeidsduur. Iedereen heeft tegenwoordig 'recht' op deeltijdarbeid. Dat is in de binnenvaart erg lastig. Wat moet je met een bemanningslid dat aangeeft voortaan nog maar vier dagen te willen werken. Je mag dat als sector anders regelen, maar dat kan alleen als dat in CAO-verband is afgesproken en vastgelegd. Zo maar wat voorbeelden om aan te geven hoe belangrijk het is om de oude CAO tijdelijk te verlengen en algemeen verbindend te verklaren. Reacties graag naar j.veldman@kantoorbinnenvaart.org


KB: 'Vakbeweging en grote ondernemingen hollen bedrijfstak-CAO uit'

ROTTERDAM 16/11/05 - 'Als vakbeweging en sommige grote ondernemingen op deze wijze doorgaan, betekent dat wel, dat de bedrijfstak-CAO er niet meer komt', reageert Kantoor Binnenvaart op het bericht 'Binnenvaart raakt sector-cao kwijt door opstelling werkgevers' met uitlatingen van FNV Bondgenoten in VAART!Webnieuws. CBOB en ONS, de beide werkgeversorganisaties binnen Kantoor Binnenvaart, nemen tot nu toe deel aan het overleg voor een bedrijfstak-CAO.

In een e-mail aan de leden licht Kantoor Binnenvaart die situatie als volgt toe:

Sommige grote binnenvaartondernemingen sluiten met de vakbeweging een ondernemings-CAO af. In toenemende mate wordt voor deze ondernemings-CAO's vrijstelling van de binnenvaart-CAO gevraagd. Door deze ontwikkeling wordt het draagvlak onder een bedrijfstak-CAO voor de binnenvaart steeds kleiner. Hierdoor wordt een Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) door de minister van SZW, die de gehele binnenvaart aan de CAO bindt, bemoeilijkt, en wellicht op termijn onmogelijk. Als er geen AVV meer wordt verstrekt, zijn alleen de leden van de ondertekenende organisaties aan de CAO gebonden. CBOB en ONS ( de werkgeversorganisaties binnen Kantoor Binnenvaart) zijn tot nu toe in overleg met hun leden altijd voorstander van een bedrijfstak-CAO voor de binnenvaart geweest, maar zij achten het onjuist om hun leden aan een CAO te binden, terwijl niet-leden vrijheid van handelen (binnen de wettelijk gestelde grenzen: minimumoon, arbeidstijden, etc.) hebben op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Als vakbeweging en sommige grote ondernemingen op deze wijze doorgaan, betekent dat wel, dat de bedrijfstak-CAO er niet meer komt.
In Weekblad Schuttevaer zegt Lucy Lamers van de FNV dat de aangevraagde Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) per 1 januari 2006 waarschijnlijk niet haalbaar is. Niet-georganiseerde schippers hebben dan een CAO-voordeel. De bond belooft er alles aan te doen om dat te voorkomen, en desnoods de rechter in te schakelen om leden te laten krijgen waar ze recht op hebben.

Schrijf een reactie

Je dient een Vaart account te hebben om te kunnen reageren. Klik hier om in te loggen of je aan te melden.




Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.