Home»Actueel & Opinie»Artikel

« Vorige artikelVolgende artikel »

Marktobservatie CCR/EU hamert op bedrijfszekerheid

24-05-2006

STRAATSBURG 24/5 - Zonder de economische groei in Europa en het toegenomen handelsverkeer met Zuid-Oost Azië zou de vraag naar vervoer in de Rijn- en binnenvaart tegenvallen. 'Nu is het van belang dat de binnenvaart toont te kunnen beantwoorden aan deze vraag en zo marktaandelen wint, in het bijzonder op het gebied van containervervoer', stellen CCR en EU in de tweede marktobservatie over 2005.

Investeerders in nieuwe schepen moeten bij het ontwerp rekening houden met de bedrijfszekerheid van de binnenvaart, ook bij langere laagwaterperiodes. In de marktobservatie wordt gewaarschuwd: 'Met grote eenheden kunnen onder goede omstandigheden schaaleffecten worden gerealiseerd, maar het tegendeel is waar bij ongunstige waterstanden, aangezien zij dan slechts met beperkte capaciteit en verminderde productiviteit kunnen varen.'

De tweede marktobservatie nieuwe stijl van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) en de Europese Commissie (EU) staat online in het Duits, Frans, Engels èn Nederlands. Het document telt 32 pagina's in PDF. De eerste publicatie van december vorig jaar was vooral methodologisch, de tweede is meer bedoeld als instrument voor het volgen van de markt uit een conjunctureel oogpunt. Over de vloten en het vervoer van de goederen in 2005 waren nog niet van alle landen gegevens beschikbaar. De volledige gegevens over vraag en aanbod in 2005 worden toegezegd in de volgende publicatie, die eind van het eerste halfjaar 2006 verschijnt.Het nieuwe CCR/EU-marktobservatiesysteem vloeit voort uit afspraken die in 1989 werden vastgelegd in de Europese richtlijn voor sanering van de binnenvaartmarkt (sloopregeling, oud-voor-nieuw, etc.).

Analyse vraag en aanbod
Het marktrapport analyseert de vraag naar vervoer aan de hand van de algemene economische ontwikkeling en meer specifiek de ontwikkeling van de binnenvaart in de CCR/EU-lidstaten. Voorzover meetbaar (actuele cijfers van Nederland en België ontbreken) was er in de periode januari t/m september 2005 in de vervoersprestatie gerekend in tonkilometers een aanzienlijke stijging met 7,65% ten opzichte van dezelfde periode in 2004. Er is een uitsplitsing van de ontwikkelingen per regio en goederensoort, ook weer voorzover dat aan de hand van beschikbare gegevens mogelijk is.

De vlootontwikkeling is in het rapport weergegeven aan de hand van voorlopige IVR-cijfers per 31-12-2005. Daaruit blijkt dat in 2005 voor droge lading 10 nieuwe motorvrachtschepen en 4 duwbakken in de vaart zijn gebracht (totaal 30.272 ton laadvermogen) en voor de tankvaart 34 motortankschepen en 3 duwbakken (totaal 90.606 ton laadvermogen). In vier jaar (vanaf 2002) kwamen er in de droge lading 192 nieuwe schepen (443.360 ton) bij, en in de tankvaart 164 schepen (413.732 ton).
In de analyse van het aanbod van vervoer plaatst het rapport kritische kanttekeningen bij deze ontwikkeling, zij het met vele slagen om de arm: 'Aan de hand van de cijfers kan worden geconstateerd dat alhoewel het rime van de nieuw in gebruik genomen drogeladingruimte weliswaar lijkt te vertragen, het niet zeker is dat hetzelfde geldt voor de tankvaart. Toch zou het goed en wenselijk zijn. Ook bij het nemen van beslissingen voor investeringen zou het, vooral in de sector tankvaart, meer met de realiteit overeenstemmen.' Het rapport becijfert de capaciteitsgroei sinds de sloopregeling op circa 4,8% voor de droge lading en circa 23% voor de tanklading. In de droge lading groeide de vraag naar vervoer ongeveer evenveel, maar in de tankvaart is er praktisch geen groei meer in de vraag.

Actief in de markt
In de eerste editie waren de gasolie-, de vracht- en de beladingsindex nog niet ingevuld, in de tweede zijn daarvan globale beschrijvingen en grafieken opgenomen zonder bronvermelding. De exploitatiegegevens van vooral Nederlandse binnenschepen, die al in het eerste marktobservatierapport via onderzoeksinstituut NEA zijn ingebracht vanuit de Capaciteitsmonitor van Rabobank Binnenvaartbanken, zijn bijgewerkt tot en met 2004.

'Voor het verrichten van de waarnemingen maar ook voor de interpretatie van de vrachtprijzen is de steun van de bedrijfsorganisaties, wier vertegenwoordigers dagelijks actief zijn op de markt, onontbeerlijk', zeggen de samenstellers in de inleiding. CCR/EU hebben nog geen overstemming met de branche-vertegenwoordiging over betrouwbare bronnen die daarvoor gebruikt kunnen worden. VAART!Vrachtindicator (eind maart 457 deelnemers, ruim 21.000 geregistreerde reizen) is één van de kandidaten.

Reders en bevrachters, met de Nederlandse organisatie CBRB verenigd in de Europese koepelorganisatie EBU (Europese Binnenvaart Unie) verklaarden zich eerder tegen het opvoeren van microgegevens (op bedrijfsniveau) vanwege twijfels over de herkomst en de representativiteit. De CCR heeft vertegenwoordigers van EBU en ESO (Europese Schippers Organisatie, waaronder Kantoor Binnenvaart) uitgenodigd voor een werkoverleg over het marktobservatiesysteem op 7 juni, direct na afloop van de ronde-tafelconferentie over enkel- en dubbelwandige tankvaart.

Schrijf een reactie

Je dient een Vaart account te hebben om te kunnen reageren. Klik hier om in te loggen of je aan te melden.




Reacties op dit artikel (0)

Er zijn nog geen reacties.