De 'ogenschijnlijk positieve grondhouding' van de politiek, als het gaat over investeren in infrastructuur, is één van de twee zaken die Van der Wijck zorgen baren. Voor Nederlandse politici is binnenvaart allerminst vanzelfsprekend. 'Goederen zijn voor de politiek minder interessant dan mensen', stelde de CBRB-voorzitter vast. 'Voornemens worden nog steeds niet vertaald in een snelle financiële invulling van knelpunten en het is afwachten wat een volgend kabinet doet met de ons voorgespiegelde invulling na 2010. Daarnaast gaat en ging er onevenredig veel geld naar weg en spoor, terwijl ons alternatief voor de oplossing van de vervoersproblemen wordt onderbedeeld.'
Particulier initiatief
In zijn jaarrede prees de CBRB-voorzitter het particulier initiatief, waardoor de Nederlandse binnenvaart in Europa het voortouw heeft genomen en haar leidende positie heeft versterkt.
'Wel moeten wij waakzaam blijven, daar met name Frankrijk en Duitsland opkomen zetten, zowel met fiscale invullingen als met positieve steun voorhun binnenvaart.' Voor die landen een logische gedachte, meent Van der Wijck. 'Europees wordt ingezien dat spoor en weg de groei van het goederenvervoer niet kunnen opvangen en men dus neutraler tegenover de modaliteiten komt te staan. Hier ligt onze kans, prijsmatig en innovatief. Met voldoende capaciteit van de waterinfrastructuur kunnen we reeds nu met enkele geringe investeringen onze positie sterk opvoeren.'
Deskundigheid teloor
Van Wijck's tweede punt van zorg is de teloorgang van deskundigheid bij de overheidsdiensten, door bezuinigingen en het wegzetten van taken. Hij nam vooral de Inspectie Verkeer en Waterstaat op de korrel, waar eerst op mankracht is bezuinigd en daarna pas oplossingen buiten de deur werden gezocht. Het te laat afgeven van certificaten, ondeskundigheid bij het naleven van de regelgeving zijn voorbeelden van de gevolgen. 'Als inspecteurs niet weten wat ze komen inspecteren is dat redelijk hinderlijk', volgens een CBRB'er in de zaal. Van Wijck hekelde het Korps Landelijke Politie Diensten en de Arbeidsinspectie, die met hun berichtgeving over veiligheid op schepen het imago van de bedrijfstak onnodig aantasten.
De CBRB-voorzitter stak ook een hand in eigen boezem: 'Natuurlijk doen wij zelf ook niet voldoende aan een zo noodzakelijke andere beeldvorming bij de politiek, lees beleidsbepalers.' Ze realiseren zich volgens Van der Wijck volstrekt onvoldoende het belang van goederenvervoer voor de economie. 'De consument zal pas mopperen als het te laat is, als zijn tandpasta niet op tijd bij de supermarkt arriveert, dus als de tijdige aanlevering van consumentengoederen stagneert.' De transportsector zou zelf wijzer moeten zijn, vindt Van der Wijck. 'Achterlandvervoerders kampen met wachttijden en onvoldoende infrastructuur. De sense of urgency ontbreekt. Gelaten staat Nederland dagelijks in de file... Vandaag maar liefst 600 kilometer! Er is een Deltaplan nodig voor het behoud van de logistieke positie van Nederland.'