Zie ook:
In de nieuwe Europese plannen over afvalstoffen, die nu in de laatste fases van het wetgevingstraject zijn, blijkt dat afvalstoffenvervoerders in elk land geregistreerd moeten zijn, terwijl onderlinge erkenning niet geregeld is. Nederland interpreteert echter op basis van al bestaande Europese transportregelgeving dat nationale registraties wel onderling moeten worden erkend, maar het is natuurlijk belangrijk dat ook andere lidstaten dezelfde interpretatie toepassen.
Corien Wortmann: 'Alle lidstaten moeten de registraties van andere lidstaten erkennen. Als een Duitse afvalstoffenvervoerder wel meteen in Nederland wordt geaccepteerd, maar een Nederlandse afvalvervoerder niet in Duitsland, betekent dat een oneerlijk speelveld voor bijvoorbeeld Nederlandse binnenvaartschippers die in Duitsland aan de slag willen.'
Vervoersvergunning
Kantoor Binnenvaart heeft vanaf het begin gesteld dat afvalstoffenvervoerders met één registratie in het eigen land moeten kunnen volstaan. 'Net als de vervoersvergunning in de binnenvaart in alle lidstaten wordt erkend, moet dat ook voor de nationale registratie van afvalvervoerders gelden, in Nederland de NIWO-registratie', stelt de organisatie in een persbericht. 'Tenslotte zijn de minimumeisen voor de vervoerders in alle landen hetzelfde. Het is onzinnig dat dan bij vervoer van afvalstoffen van bijvoorbeeld Rotterdam naar Boedapest, tot zes registraties zouden moeten worden aangevraagd, waarbij Duitsland sommige zaken ook nog per deelstaat heeft geregeld.'
Kantoor Binnenvaart noemt het een goede zaak dat het Europese Parlement bij monde van Corien Wortmann op dit punt voor de belangen van de varende ondernemers opkomt. 'Wij hopen dat ook de Nederlandse overheid hierin aanleiding ziet nog eens kritisch naar de herziening van de richtlijn te kijken en dit via de Raad van Ministers gaat aankaarten en ondersteunen. Waar men de mond vol heeft over het verminderen van administratieve lasten, zou men deze kans voor open doel niet moeten willen missen.'
Administratieve lasten
Afvalstoffenvervoerders moeten met één registratie in alle Europese landen aan de slag kunnen, vindt ook de verladersorganisatie EVO. Volgens EVO zijn de administratieve lasten vervoerders van afval al jarenlang een doorn in het oog. Daarom pleit EVO voor uniformering van de eisen die gelden voor de registratie van afvalvervoerders en voor wederzijdse erkenning.
'Sommige lidstaten stellen veel zwaardere eisen aan vervoerders van afval dan naburige landen. Zo wordt in Nederland een afvalstoffenvakdiploma vereist waar veel kleine bedrijven niet aan kunnen voldoen. Dit geldt bijvoorbeeld voor handelaren in oud metaal of papier. Maar in een aantal lidstaten om ons heen is alleen een diploma vereist waar het gaat om gevaarlijke afvalstoffen. Dit zorgt voor oneerlijke concurrentie, met name in het wegvervoer en in de binnenvaart', signaleert EVO in een reactie op de vragen van Wortmann.
'Wanneer de Europese lidstaten geregistreerde afvalstoffenvervoerders onderling zouden erkennen, leidt dit tot verlichting van de lasten voor het bedrijfsleven. Ook hier bestaan grote verschillen. Iedereen die hier afval vervoert, moet zich laten registreren op de zogeheten ‘nationale lijst’ van de NIWO. Met name de binnenvaart moet van de Nederlandse overheid aan veel eisen voldoen. Een ondernemer die afval vervoert naar Frankrijk moet bijvoorbeeld in ieder land een nieuwe registratie aanvragen en aan andere eisen voldoen. Het is terecht dat het Europees Parlement korte metten wil maken met deze papieren rompslomp', stelt EVO.