Omstreeks 14.30 uur kreeg de Waterpolitie de melding dat een Roemeens binnenvaartschip op de Oude Maas door problemen met de keerkoppeling in lager wal geraakt was. Een binnenvaarttanker trok het schip los nam het daarna langszij mee naar Dordrecht. Nadat het schip was afgemeerd aan de Buiten Kalkhaven ging de Waterpolitie ter controle aan boord.
Het schip was met een rivierloods aan boord onder weg van Nijmegen naar de Maasvlakte om erts te laden. Het was ooit gebouwd in Duitsland en via België naar Roemenië verkocht. De agenten constateerden dat de boegschroef die volgens het certificaat aanwezig dient te zijn niet gebruikt kan worden omdat de motor verwijderd was. Op het voorschip was in het dek een gat van twee bij één meter gemaakt waardoor de boegschroefmotor naar buiten was getakeld. Op het gat lag een plaat maar de zaak was niet waterdicht. Dit was ook bij de voorroef het geval. Bij de deur en de ramen was de roef doorgerot. Op verschillende plaatsen waren gebreken in de roef met cement, tape en purschuim gecamoufleerd. Verder zaten aan beide zijden scheuren op de hoeken waar de denneboom in het gangboord overgaat.
Omdat het schip in geladen toestand nog maar een minimaal vrijboord heeft zou het na vertrek van de Maasvlakte bij slechte weersomstandigheden al voor Dordrecht zijn gezonken. Op verzoek van de Waterpolitie kwam een inspecteur van IVW ter plaatse en die nam direct het certificaat van onderzoek in. Het schip mocht ook niet meer gaan laden. De gebreken moeten eerst op een werf worden verholpen en de schipper krijgt zijn certificaat weer terug na een nieuwe keuring door IVW.